-
1 latin
latin [laatẽ]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 Latijns ⇒ van Latijnse oorsprong, Romaans♦voorbeelden:(y) perdre son latin • ergens niet uit wijs kunnen wordenle latin • het Latijnle latin de cuisine • het potjeslatijn1. mLatijn [taal]2. Latin/-em/fLatijn/Latijnse3. adj -
2 Latin
adj. Romein; katholiek; v.d. Romaanse volkeren; v.d. Latijnse taal; Latijns--------n. Latijn (taal v. h. klassieke Rome)--------n. Romein, bew. v. h. klassieke Rome; Romaan - iemand v. één v.d. Romaanse volkeren)Latin1[ lætin]I 〈 eigennaam〉————————Latin21 Latijns ⇒ met betrekking tot/(als) in het Latijn2 Latijns ⇒ Romaans, een Latijnse/Romaanse taal sprekend♦voorbeelden:3 Latin Church • Latijnse/rooms-katholieke kerk -
3 venir
venir [vənier]〈 werkwoord〉1 komen♦voorbeelden:le jour venu • toen de dag was aangebrokenprendre les choses comme elles viennent • de dingen nemen zoals ze zijnvenir voir qn. • iemand opzoekenvoir venir (les événements) • (de gebeurtenissen) rustig afwachtenje te vois venir • ik begrijp wel waar je heen wiltça vient? • komt er nog wat van?en venir à • ertoe komen omoù veut-il en venir? • 〈 figuurlijk〉waar wil hij naar toe?en venir à croire que, en venir à la conclusion que • tot de slotsom komen datil faudra bien en venir là • zover zal het toch moeten komenvenons-en au fait • laten we ter zake komencomment les choses en sont-elles venues là? • hoe heeft het ooit zover kunnen komen?il en est venu à mendier • hij moest zelfs gaan bedelenj'en viens à me demander si • ik begin me af te vragen ofj'en viens à votre question • nu kom ik aan uw vraagà venir • komendil me vient à l'épaule • hij komt tot mijn schouders'il venait à mourir • mocht hij komen te stervenvenir à qn. • naar iemand toe gaanvenir au-devant de qn. • iemand tegemoet gaanles larmes me vinrent aux yeux • de tranen schoten me in de ogend' où vient que? • hoe komt het dat?le livre vient de paraître • het boek is zojuist verschenencela lui vient de son père • dat heeft hij van zijn vader geërfdmot qui vient du latin • woord dat uit het Latijn afkomstig isv1) komen2) groeien -
4 Latinize
v. omkeren in latijns; vertalen in het latijns; gebruik maken van latijnse woorden, 〈 Brits-Engels spelling ook〉 Latinise [ lætinnajz] 〈ook latinize; zelfstandig naamwoord: Latinization〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verlatijnsen ⇒ (ver)latiniseren, een Latijnse vorm geven -
5 Spanish is a daughter (language) of Latin
English-Dutch dictionary > Spanish is a daughter (language) of Latin
-
6 daughter
n. dochter[ do:tə]♦voorbeelden: -
7 ground
adj. grond-, bodem-; vermalen, verbrijzeld--------n. aarde; grond; terrein; ondergrond; gebied; basis--------v. aan de grond houden; funderen; baseren; beargumenteren; aardenground1[ graund]♦voorbeelden:♦voorbeelden:fall to the ground • falen, in duigen vallentouch ground • vaste grond onder de voeten krijgenrun oneself into the ground • zich uitputtenget off the ground • van de grond/op gang komen3 break (new/fresh) ground • nieuw terrein betreden, pionierswerk verrichtencover much ground • een lange afstand afleggen; veel terrein/onderwerpen bestrijkengive/lose ground • terrein verliezen, wijkenhold/keep/stand one's ground • standhouden, voet bij stuk houdenshift one's ground • van argument/mening veranderenfeel the ground • poolshoogte nemenit suits him down to the ground • dat komt hem uitstekend van pasIV 〈 meervoud〉♦voorbeelden:1 a house standing in its own grounds • een huis, geheel door eigen grond omgeven————————ground2II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 gronden ⇒ baseren, onderbouwen♦voorbeelden:————————ground3→ grind grind/ -
8 an intimate knowledge of Latin
-
9 be well grounded in Latin
be well grounded in Latin -
10 borrow
v. lenen; ontlenen; copiëren; stelen[ borroo]♦voorbeelden:he's living on borrowed time • hij had al lang dood moeten zijnborrowed from Latin • aan het Latijn ontleendborrow money from/off someone • geld van iemand lenen -
11 borrowed from Latin
borrowed from Latin -
12 derive
v. produceren, afzuigen[ dirrajv]♦voorbeelden:1 derive from • ontleend zijn aan, (voort)komen uitthis word derives from Latin • dit woord stamt uit het LatijnII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 afleiden ⇒ krijgen, halen♦voorbeelden:1 derive from • afleiden van/uit, ontlenen aan -
13 intimate
adj. nabij; verwant; dichtbij; persoonlijk; privé; intiem (seksueel); gedetailleerd; diepgaand; innerlijk--------n. boezem vriend; vertrouweling--------v. te kennen geven, laten doorschemeren; verklaren (oudtalig gebruik)intimate1[ intimmət] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————intimate22 vertrouwelijk ⇒ privé, strikt persoonlijk♦voorbeelden:they are on intimate terms • zij zijn goede vrienden————————intimate3[ intimmeet] 〈 werkwoord〉1 suggereren ⇒ een hint geven, laten doorschemeren -
14 this word derives from Latin
this word derives from Latin -
15 le latin
le latin -
16 mot qui vient du latin
mot qui vient du latin -
17 have
n. rijk, iemand die veel bezittingen heeft--------v. hebben; bezitten; verkrijgen; nodig hebben; veroorzakenhave1[ hæv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ the haves and the have-nots • de rijken en de armen, de bezitters en de niet-bezitters————————have2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 hebben ⇒ bezitten, beschikken over, houden 〈 bezit, eigenschap, gelegenheid, plaats en tijd, verwanten en kennissen, iets dat toegezegd is〉5 hebben ⇒ genieten van, lijden aan6 hebben ⇒ laten liggen, leggen, zetten7 〈met naamwoord dat een activiteit uitdrukt; vaak te vertalen door werkwoord van dat naamwoord; informeel〉 hebben ⇒ maken, nemen 〈enz.〉8 toelaten ⇒ dulden, aanvaarden12 〈 met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉 het moeten beleven dat ⇒ het overkomt/overkwam hem/haar/hun dat15 vrijen/slapen met♦voorbeelden:you can have that old car if you want • je mag die oude kar houden als je wilhe has an excellent memory • hij beschikt over een voortreffelijk geheugenhave mercy on us • heb medelijden met onsI've got no time • ik heb geen tijdyou have my word • je hebt mijn woord, mijn woord eropI've got it • ik heb het, ik weet het (weer)you have something there • daar zeg je (me) wat, daar zit wat inhe wouldn't have his wife back • hij wou zijn vrouw niet terug (hebben)do you have enough wine in? • heb je genoeg wijn in huis?have something about/on one • iets bij zich hebbenwhat does she have against me? • wat heeft ze tegen mij?2 the book has six chapters • het boek heeft/bestaat uit zes hoofdstukkenmay I have this dance from you? • mag ik deze dans van u?he had a splendid funeral • hij kreeg een schitterende begrafeniswe've had no news • we hebben geen nieuws (ontvangen)you can have it back tomorrow • je kunt het morgen terugkrijgenhave a cigarette • een sigaret nemen/rokenhave a good time • het naar zijn zin hebbenyou have it badly • je hebt het lelijk te pakkenlet's have the rug in the hall • laten we het tapijt in de hal leggenhave a discussion • discussiëren, een discussie hebbenhave a try • (het) proberenhave a walk • een wandeling makenI won't have you say such things • ik duld niet dat u zoiets zegtI'm not having any • ik pik het niet, ik pieker er niet overhe's finally had it done • hij heeft het eindelijk laten doenhave a tooth out • een tand laten trekken12 he's had his friends desert him • hij heeft het moeten meemaken dat zijn vrienden hem in de steek lietenhave someone (a)round/in/over • iemand (eens) uitnodigenwe are having the painters in next week • volgende week zijn de schilders bij ons in huis aan het werkhave someone up • iemand uitnodigen 〈 in het bijzonder van beneden, uit het zuiden of van het platteland〉16 can you have the children tonight? • kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?〈 niet verouderd〉 have something off • iets uit het hoofd/van buiten kennenhave it (that) • zeggen (dat), beweren (dat)as the Bible has it • zoals het in de bijbel staatrumour has it that … • het gerucht gaat dat …have it (from someone) • het (van iemand) vernomen/gehoord hebben, het weten (van iemand)〈 informeel〉 have had it • hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan gevenhave it in for someone • een hekel hebben aan iemand, de pik hebben op iemandhave it in for someone • de pik hebben op iemandhave it/the matter out with someone • het (probleem) uitpraten/uitvechten met iemandhave something on someone • belastend materiaal tegen iemand hebbenyou have nothing on me • je kunt me niks makenhave nothing on • niet kunnen tippen aanhave something on/over • beter zijn dan, een streepje voor hebben op→ have on have on/III 〈 hulpwerkwoord〉2 〈alleen in aanvoegende wijs verleden tijd; formeel〉had(den)/was/waren ⇒ indien/als … zou(den) hebben/zijn♦voorbeelden:he has died • hij is gestorven2 had he claimed that, he would have been mistaken • had hij dat beweerd, dan zou hij zich vergist hebbenI had better/best forget it • ik moest dat maar vergeten, het zou beter/het beste zijn als ik dat vergatI'd just as soon die • ik zou net zo lief doodgaan -
18 Arbeit
Arbeit〈v.; Arbeit, Arbeiten〉3 arbeid, werk ⇒ job, baan4 bewerking, uitvoering5 werk(stuk) ⇒ product, studie♦voorbeelden:ganze, gründliche Arbeit leisten, tun • grondig te werk gaanArbeit macht das Leben süß • werken maakt het leven aangenaaman die Arbeit gehen • aan het werk gaanbei der Arbeit sein, sitzen • aan het werk(en) zijnder Vulkan ist in voller Arbeit • de vulkaan is in volle werkingmit der Arbeit aufhören • ophouden met werkenvor Arbeit nicht mehr aus den Augen sehen • tot over zijn oren in het werk zittendu machst dir die Arbeit leicht • je maakt het je (wel) gemakkelijkdu machst dir unnötige Arbeit • je doet nodeloze moeitekeine Mühe und Arbeit scheuen • geen moeite schuwenin Arbeit (und Brot) kommen, stehen • werk krijgen, hebbenjemanden in Arbeit nehmen • iemand in dienst nemen(bei jemandem) in Arbeit sein, stehen • (bij iemand) werk hebbenohne Arbeit sein • zonder werk, werkloos zijnzur Arbeit gehen • naar zijn werk gaanetwas in Arbeit haben • iets aan het maken zijn, iets onder handen hebbenetwas in Arbeit nehmen • een werk aannemenin Arbeit sein • in de maak zijnnur halbe Arbeit machen • slechts half werk levereneine saubere Arbeit • (a) een verzorgd, keurig werk; (b) een mooi stukje werk • 〈 ook〉 een knap staaltjeeine Arbeit schreiben lassen • een proefwerk laten makenArbeit mit einem Hund • africhting van een hond -
19 Latein
Latein〈o.; Lateins〉♦voorbeelden: -
20 Prüfung
Prüfung〈v.; Prüfung, Prüfungen〉♦voorbeelden:eine eingehende Prüfung • een grondig onderzoekdie Prüfung in Latein • het examen Latijn
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Adrianus Poirters — Adriaen Poirters Statue d’Adrianus Poirters, à Oisterwijk sur la place de l’église, œuvre du sculpteur flamand Aloïs de Beule (18 … Wikipédia en Français
Jan ten Brink (Philologe) — Jan ten Brink Jan ten Brink (* 8. September 1771 in Amsterdam; † 2. Oktober 1839 in Groningen) war ein niederländischer klassischer Philologe. Inhaltsverzeichnis … Deutsch Wikipedia
Joan Melchior Kemper — Joan Melchior Kemper … Deutsch Wikipedia
Matthias Steevens van Geuns — Matthias Stevens van Geuns Matthias Steevens van Geuns (auch: Matthijs van Geuns; * 2. September 1735 in Groningen, † 8. Dezember 1817 in Utrecht) war ein niederländischer Mediziner und Botaniker … Deutsch Wikipedia
Cornelis de Graeff — Bildnis Cornelis de Graeff Vorlage:Infobox Gemälde/Wartung/KünstlerNicolaes Eliaszoon Pickenoy, 1636 Öl auf Leinwand Gemäldegalerie Berlin … Deutsch Wikipedia
ИАКОВА ПРОТОЕВАНГЕЛИЕ — раннехристианский апокриф о жизни Пресв. Богородицы и Рождестве Спасителя, относящийся к жанру Евангелий детства. Название Житие Пресв. Богородицы. Створки складня «Богоматерь Виматарисса». Нач. XIII в. (мон рь вмц. Екатерины на Синае) Житие… … Православная энциклопедия
A.M. Bolkestein — Alide Machtelt Bolkestein (* 22. Juni 1944 in Alkmaar (Niederlande); † 21. Oktober 2001 ebenda) war eine Klassische Philologin mit Schwerpunkt lateinische Linguistik. Bis zu ihrem Tode war sie Professorin für lateinische Linguistik an der… … Deutsch Wikipedia
Alide Machtelt Bolkestein — (* 22. Juni 1944 in Alkmaar (Niederlande); † 21. Oktober 2001 ebenda) war eine Klassische Philologin mit Schwerpunkt lateinische Linguistik. Bis zu ihrem Tode war sie Professorin für lateinische Linguistik an der Universität von Amsterdam.… … Deutsch Wikipedia
Francisco de Enzinas — Die erste Seite des (unvollständigen) Altonaer Manuskripts der Historia de statu Belgico von Francisco de Enzinas, 1545 (N.4r; p.17) Francisco de Enzinas (* 1. November 1518 in Burgos; † 30. Dezember 1552 in Straßburg), auch bekannt als… … Deutsch Wikipedia
Latein — 1. De dat Latîn nig versteit, de late et ungebrüdet (ungehudelt, ungeneckt). – Richey, 25; Schütze, I, 158; hochdeutsch bei Pistor., VI, 89; Simrock, 6208; Körte, 3705; Braun, I, 2172. 2. Es redet mancher viel Latein und es ist doch nicht Gottes… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon